Zoveel leuke, geile verhalen, (voorr elk wat wils). Dat moet zeker blijven. Kijk op https://donate.nifty.org/donate.html om te zien hoe je daaraan mee kunt werken.
VOCHTIG TOT NAT 34
KAAL - OP VAKANTIE
Als er niets aan de hand was geweest zouden de drie kinderen samen op de gewone achterbank hebben gezeten en zou de bagageruimte groot genoeg zijn geweest voor vijf tassen. Maar nu klapt vader een van de extra stoeltjes uit, waardoor er veel minder ruimte voor de bagage overblijft. Hij pakt een vel plastic en drapeert dat over de stoel en maakt het vast onder de hoofdsteun van de achterbank. Hij zet twee tassen achter de extra stoel en drie ernaast. Ook daar trekt hij het vel plastic overheen; het is groot genoeg. Dan gaat hij weer terug naar de huiskamer.
"Zo, nu kan dat stuk ellende kotsen zoveel als hij wil en desnoods in zijn broek pissen, zonder dat mijn auto eronder te lijden heeft, in ieder geval niet blijvend, al kan het onderweg dan misschien wel even stinken.
John kijkt zijn moeder even verbaasd aan. Dergelijke woorden zijn ze niet van vader gewend.
Vader heeft nog net even de tijd om een beetje tot rust te komen met de krant.
Een half uurtje later vouwt hij die weer op en zegt, "het is zo ongeveer tijd, we gaan."
Johns moeder gaat naar boven. Ze vindt Peter in zijn kamer. Gelukkig heeft hij wel kans gezien om zich aan te kleden. Al lukt het hem niet om zijn veters vast te maken. Dat doet moeder dan maar even voor hem.
"Ga maar vast in de auto zitten, papa heeft de achterste stoel speciaal voor jou klaar gemaakt."
Peter sputtert nog wel een beetje tegen als hij ziet wat zijn vader heeft gedaan maar zijn moeder sust het en als de rest in de auto gaat zitten is Peter alweer in slaap gesukkeld.
"Houd jij hem af en toe een beetje in de gaten", zegt moeder tegen John.
En dan gaan ze op weg.
Ze zijn ongeveer halverwege als Peter wakker wordt en met een groggy stem zegt, "pap kun je even stoppen, ik moet pissen."
Vader doet alsof hij niets hoort.
"Pap, ik moet vreselijk nodig pi... plassen, kan je even stoppen."
"Dat hoor ik wel", zegt vader, "maar ik ga niet stoppen, jongen. Aan alles is gedacht, er staat zo'n glazen pot van groente op de grond bij je stoel, doe het daar maar in en doe dan vooral het deksel er weer goed op.
"Maar dan moet ik wel mijn veiligheidsriem losmaken, anders gaat het niet en dat wil je anders nooit."
"Voor deze ene keer mag het wel."
"Maar ik ga niet in zo'n potje p... plassen."
"Je kunt het ook gewoon in je broek doen natuurlijk. Ik heb speciaal voor jou alles in plastic verpakt."
John kijkt even achterom naar zijn broer die erg ongelukkig kijkt.
"Ik zou het toch maar heel gauw doen als ik jou was", zegt John, "want er zit al een behoorlijk grote donkere plek in je broek, ik denk dat er al aardig wat in zit."
Peter kijkt verschrikt naar zijn kruis en doet dan zo snel als het hem maar lukt zijn veiligheidsgordel los.
"Houd jij even in de gaten of het wel goed gaat daar achter, John", zegt vader.
John keert een beetje om en kan precies zien wat Peter doet. Die maakt, behoorlijk onhandig, zijn gulp open. Dat gaat normaal al lastig met zo'n gulp met knoopjes maar als je bezopen bent is dat natuurlijk nog veel moeilijker. Niet zo handig van Peter om juist nu zo'n broek aan te trekken.
John vraagt zich trouwens af hoe lang hij er over gedaan zal hebben om die broek dicht te krijgen.
Intussen wordt die donkere vlek elke keer weer een stukje groter.
"Ik zou je wel willen helpen", zegt John, "maar ik kan er van hieraf niet bij."
"Afblijven", mompelt Peter, als hij eindelijk de laatste knoop ook open heeft.
Hij steekt zijn hand in zijn gulp en rommelt even rond maar hij kan kennelijk niet vinden wat hij zoekt.
"Je hebt waarschijnlijk ook nog een onderbroek aan", zegt John.
Dat is wel een goede aanwijzing voor Peter. Hij gaat met zijn hand in zijn gulp omhoog en aan de bewegingen te zien zit die nu wel in zijn onderbroek. Maar dan trekt hij met een vies gezicht zijn hand terug en slaat het vocht dat eraan zit af. Het komt op het plastic terecht dat vader, kennelijk terecht, heeft neergelegd.
"Nat", mompelt Peter, zelfs dat ene woord komt er met een dubbele tong uit.
"Trek je broek nou even naar beneden", zegt John, "ander zit straks alles erin."
Peter wurmt zijn jeans, die behoorlijk strak zit naar beneden en dan stopt hij zijn hand in zijn onderbroek maar hij slaagt er niet in om het juiste lichaamsdeel naar buiten te krijgen.
"Doe je onderbroek nou ook naar beneden", adviseert John.
Dat lukt Peter wel.
John heeft inmiddels met de nodige moeite de glazen pot gepakt en het deksel eraf gedraaid. Die geeft hij aan Peter. Gelukkig zit Peter achter zijn zusje. Als hij achter John had gezeten had hij er helemaal niet bij kunnen komen. Hij kan er nu toch net niet bij om hem op de juiste plek te houden, anders was er vast wel meer in terecht gekomen wat er loopt nog steeds elke keer een scheutje uit Peters piemel. Nou ja, zeg maar piemeltje. Er is door de omstandigheden niet zo erg veel van overgebleven.
Als hij uiteindelijk de pot onder zijn piemel heeft weet Peter er toch nog een aardige laagje in te deponeren. Als hij is uitgeplast blijft hij met de pot in zijn handen zitten.
"Geef maar hier", zegt John, "straks laat je hem nog vallen."
John neemt de pot van Peter over en draait het deksel er stevig op.
Af en toe heeft hij wel een vreselijke hekel aan zijn broer, die behoorlijk onuitstaanbaar kan zijn, zeker als hij weer eens te veel heeft gezopen, maar aan de andere kant trekken ze best veel met elkaar op en nu vindt hij het toch ook wel weer een beetje zielig.
"Was dat nou alles?"
"Het grootste deel zit in zijn broek natuurlijk", zegt vader.
"Dat bedoel ik niet", zegt John, "ik bedoel dat mini piemeltje. Je loopt altijd op te scheppen dat je zo'n enorme lul hebt maar er steekt nauwelijks meer dan je velletje buiten je lichaam uit."
"Ik wil jou wel eens zien als je lazarus bent", brabbelt Peter.
"Dat zal niet gebeuren."
"Ach, meneer is te preuts ik mag zijn plassertje niet zien."
"Daar mag je net zoveel naar kijken als je maar wilt. Dat bedoel ik niet. Ik bedoel dat je mij niet dronken zult zien."
"Jongens stoppen", zegt moeder, "je zusje zit erbij. Dat doe je maar als je samen op je kamer bent in het hotel."
Elly geeft haar oren goed de kost. Ze zou zich wel om willen draaien om te zien wat er nu precies gebeurt maar dat durft ze toch niet.
Mooi' denkt John in ieder geval slaapt Elly dus niet bij ons op de kamer, dat is wel zo rustig.
Na een minuut of vijf kijkt John maar weer eens achterom om te zien hoe het met Peter gaat. Die zit nog steeds met zijn jeans en zijn onderbroek rond zijn dijen.
"Als je je broek nou eens een stukje ophees", zegt John, "je zit zo aardig te koop of te huur met je T-shirt dat niet eens je navel haalt."
"Die is nat."
"Maar je hebt meer kans dat het, door je lichaamswarmte, weer een beetje is opgedroogd tegen de tijd dat we aankomen als je hem wel optrekt. Anders loop je natuurlijk helemaal voor paal op Schiphol."
"Natuurlijk heb jij weer gelijk."
Peter wurmt eerst zijn onderbroek en dan zijn jeans weer een stuk omhoog. Helemaal lukt het hem niet maar in ieder geval lijkt het voor de mensen die eventueel van buitenaf in de auto kunnen kijken wel net of hij gewoon aangekleed is. Peter sukkelt weer een beetje in slaap.
Verder verloopt de reis rustig. Vaders boosheid begint aardig af te zakken.
Als ze Schiphol naderen zegt die, "ik zet mamma en Elly met de bagage wel af bij de vertrekhal dan rijden wij door naar de parkeerplaats. Dan lopen wij wel terug. Dan kan Peter een beetje bijkomen in de frisse lucht. Als hij er zo bezopen uitziet en rare dingen zegt heb je nog kans dat hij geweigerd wordt voor de vlucht."
Peter slaapt en krijgt dus niet mee wat zijn vader zegt.
Als ze bij de vertrekhal zijn aangekomen stappen ze uit om de tassen uit de bagageruimte te halen en van de plek naast Peter. Die wordt daar wakker van en hij stapt ook uit.
"Ga terug in de auto, gek", zegt moeder, "kijk zelf eens hoe je er uitziet."
Peter weet in ieder geval dat hij naar zijn onderlichaam moet kijken, zo ver is hij inmiddels al wel bijgekomen.
En inderdaad, het grootste deel van zijn lulhaar is duidelijk in zicht. Zijn piemel, of wat daar op dat ogenblik voor door moet gaan, wordt net afgedekt door zijn duidelijk kleddernatte onderbroek, die voor het grootste deel zichtbaar is boven zijn eveneens behoorlijk natte jeans, die helemaal open staat en maar net op zijn dijen blijft hangen. Peter trekt alles een stuk verder op en probeert zijn jeans dicht te krijgen maar dat lukt hem, met al die natte knoopsgaten, voor geen meter.
"Ga terug in de auto, je staat echt voor aap", zegt moeder, "jij loopt met pappa en John terug van de parkeerplaats, in de hoop dat je daar een beetje van bijkomt."
"Gaan we niet met de bus?"
"Nee, we gaan lopen", zegt vader, "daar wordt je misschien weer een beetje nuchter van."
"Hier", zegt moeder en geeft Peter een plastic tasje, dat voor haar stoel stond, "trek dit op de parkeerplaats maar aan, dan loop je in ieder geval niet meer voor schut."
Peter kijkt in het tasje en ziet een schone onderbroek, een schoon T-shirt en een schone jeans. Hij kijkt zijn moeder dankbaar aan want hij heeft inmiddels wel door dat het er anders niet al te best voor hem uit zou zien als hij met een natte broek het vliegtuig in zou moeten.
"Help jij hem met omkleden John?" zegt ze er voor alle zekerheid bij, "we hebben wel aardig wat tijd over maar of dat genoeg is om Peter zichzelf aan te laten kleden is de vraag."
"Ja mam."
Een minuut of vijf later staan ze op de parkeerplaats.
John stapt uit en opent de achterdeur. Het ziet er nog niet naar uit dat Peter erg coöperatief is. Die blijft zitten waar hij zit. John klapt de achterbank naar voren en gaat in de deuropening zitten.
"Begin nou eerst eens met je schoenen uit te trekken, dan kan je broek in ieder een beet makkelijker uit. Peter buigt zich voorover maar komt niet in de buurt van zijn schoenen. Dan maakt John zijn veters los en trekt zijn schoenen uit.
John haalt het plastic tasje leeg en ziet dat zijn moeder er ook nog een handdoek in heeft gedaan. Die denkt toch ook altijd aan alles. Als Peter nat en wel in zijn nieuwe kleren zou stappen is de kans dat hij in de loop van de dag aardig begint te stinken natuurlijk levensgroot en dat is in het vliegtuig niet zo prettig.
"Trek nou eerst even dit T-shirt aan in plaats van dat korte, dan ziet niet iedereen meteen wat we aan het doen zijn."
"Met mijn T-shirt is niets aan de hand, dat hou ik gewoon aan."
"Jij je zin."
Vader stapt uit en gaat eindje verderop staan; hier wil hij niet bij horen.
"Nu je jeans uittrekken", zegt John.
Peter begint aan zijn broek te trekken, dat begrijpt hij in ieder geval. Maar het lukt voor geen meter want hij heeft hem bij de vertrekhal net genoeg opgetrokken om er nu op te zitten.
"Je moet even je kont oplichten."
Dat lukt. John trekt gauw de achterkant van Peters broek naar beneden voor hij weer terugvalt op zijn stoel.
"Nu je onderbroek."
Peter is zowaar in staat om zelf even van zijn stoel op te wippen en zijn onderbroek een stukje naar beneden te krijgen.
"Ik moet weer pissen."
John staat snel op en blijft naast de auto staan. Hij is bang dat Peter weer gewoon begint te pissen en hem dan ook nat maakt.
"Die pot staat nog naast je op de grond."
Maar Peter doet niets.
"Je was bang dat ik tegen je aan zou pissen hè? Maar dat doe ik niet hoor. Want jij bent mijn kleine broertje."
Peter pakt de pot op maar kan het deksel er niet af krijgen. Dat doet John dus voor hem. Peter is inmiddels helemaal achter op zijn stoel gaan zitten, met zijn benen tegen elkaar aan. Hij kijkt naar beneden, naar zijn kleine piemeltje, dat niet eens buiten zijn lulhaar uitsteekt en ook nog eens tussen zijn benen zit.
"Gaat niet."
John neemt de pot van hem over omdat hij bang is dat zijn broer die om zal kieperen in de auto.
"Ga op het randje van je stoel zitten en doe je benen een beetje uit elkaar."
"Ik kom er wel uit, dat gaat gemakkelijker."
Peter stapt uit. John blijft vlak voor hem staan om te voorkomen dat hij, met alleen zijn natte onderbroek om zijn voeten, de parkeer plaats op loopt. Hij doet de deur nog een stukje verder dicht, zodat hij nu het grootste deel van de opening afdekt. Er zijn wel bijna geen mensen in de buurt, maar je weet maar nooit. Snel manoeuvreert John de glazen pot voor Peters piemeltje, dat nu recht vooruit staat en nog steeds nauwelijks buiten zijn schaamhaar uitsteekt. Net op tijd want dan komt er een met een behoorlijke kracht een straal in de pot.
"Stop, hij is bijna vol. Anders loopt hij over."
"Er kan nog best wat bij."
"Ik kan hem niet rechtop houden want dan pis je er overheen.
"Ik ben bijna klaar."
Nog een paar kleine straaltjes komen er en die passen er precies nog in. Dan is Peter echt klaar. John draait snel het deksel weer op de pot en zet hem naast de auto.
"Stap nu eerst even uit je onderbroek."
Peter gehoorzaamt. Blijkbaar heeft hij nu door dat het goed komt als hij doet wat John zegt. John kijkt even om zich heen of er niemand in de buurt is. Dan pakt hij Peters onderbroek op en gooit die op het plastic in de auto. Hij geeft Peter de handdoek die hij over de bank had gehangen.
"Maak je zelf even goed droog, anders is je schone goed meteen ook weer nat en dan ga je misschien ook minder stinken in de loop van de dag."
Peter aait even met de handdoek over zijn buik en hangt hem dan terug over de bank.
"Ik doe het wel even", zegt John.
Hij kijkt nog even om zich heen om te zien of er niemand in de buurt is. Alleen vader, die op een afstandje afkeurend staat te kijken. maar dat geeft niet.
John pakt de handdoek en begint Peter stevig af te drogen, zijn buik, zijn schaamhaar, zijn piemel, die zowaar een heel klein beetje groter wordt van de behandeling.
"Er zit in ieder geval nog wel leven in", zegt John.
"Waarin?"
"In dat frummeltje dat voor je lul moet doorgaan."
"Normaal heb ik een heel grote hoor."
"Ik geloof er geen moer van."
"Kijk morgen nog maar een keer, als ik weer nuchter ben."
John gaat verder met Peters ballen.
Voor hij aan de benen begint kijkt hij eerst nog even of er geen toeschouwers zijn gekomen. Maar dat is niet het geval zelfs vader loopt momenteel weer de andere kant op. Dan gaat hij op zijn hurken zitten om Peters benen af te drogen, waar toch ook wel het een en ander langs is gelopen. Hij heeft zijn hoofd nu op de hoogte van Peters piemeltje. Best een leuk gezicht eigenlijk, dat kleine piemeltje onder bijna net zo'n dicht bosje haar als hij zelf had voordat het werd afgeschoren. Er zit zelfs geen donsje op Peters buik. En er zit ook geen enkele haar op Peters armen en benen.
Of hij scheert zich ook' denkt John of hij heeft gewoon veel minder haargroei dan ik. Hij heeft best een mooi figuur eigenlijk, alleen jammer van dat buikje, van het vele bier en het weinig sporten'.
John voelt zijn eigen lul langzaam stijf worden. Gelukkig heeft hij een nieuw plastic zakje om zijn lul gedaan voor ze weggingen. Je weet per slot van rekening maar nooit wat je nog tegenkomt onderweg.
Het lijkt hem heerlijk om dat kleine piemeltje tussen zijn lippen naar binnen te zuigen en het dan langzaam stijf te voelen worden in zijn mond. Zou het echt zo'n grote worden, of schept hij gewoon altijd op?
Maar ja, Peter is wel zijn broer en hij schept altijd op over de meisjes waar hij mee naar bed is geweest en hij wil niet het risico lopen op een dreun. Dat zou onder deze omstandigheden niet zo hard aankomen maar wie weet wat er kan gebeuren als hij weer helemaal bij kennis is. En hij wil de vakantie niet verzieken. Hij snuffelt wel even goed in de buurt van Peters kruis.
"Er is volgens mijn niets meer van te ruiken", zegt John voor alle zekerheid. Je weet maar nooit of het Peter is opgevallen dat hij toch wel enige interesse toonde.
"Draai je even om, dan kan ik je billen goed droog maken."
Ook op Peters billen is zelfs geen donsje te bekennen.
Dat is wel precies zoals ik het zo graag heb', denkt John jammer dat hij mijn broer is en nog vervelender dat hij geen homo is'.
Als Peter weer helemaal droog is haalt John de schone onderbroek tevoorschijn en geeft hem aan Peter. Die probeert erin te stappen maar dat mislukt.
"Ga maar even in de deuropening zitten", zegt John, "dan val je tenminste niet languit naakt de parkeerplaats op."
Peter gehoorzaamt. Om het wat vlotter te laten verlopen trekt John de onderbroek eerst om Peters ene en dan om zijn andere voet. Zo heeft hij meteen weer even een goed uitzicht op Peters kruis. Er steekt, zo van bovenaf gezien, alleen maar een puntje van Peters voorhuid buiten het dichte bosje lulhaar uit. John likt zijn lippen af, zo graag zou hij dat piemeltje in zijn mond nemen maar dat gaat nu eenmaal niet. Hij kan zich echt niet voorstellen dat het een enorme lul kan worden, zoals Peter altijd beweert.
"Sta even op, dan kan je onderbroek verder omhoog."
Peter gehoorzaamt weer.
"Ga maar weer even zitten voor je jeans."
Peter wurmt de strakke jeans om Peters voeten en trekt hem op tot net over de knieën.
"Sta maar weer even op."
John trekt de broek verder op. Als die helemaal op de goede hoogte zit met de gulp nog open piept de onderbroek, zo te zien met het piemeltje erin, naar buiten. Aangezien Peter geen aanstalten maakt om daar iets aan te doen, doet John het maar. Hij duwt met zijn ene hand de onderbroek met inhoud naar binnen en naar beneden, terwijl hij met zijn andere hand de voorkant van Peters broek een stukje naar voren trekt. Als alles naar binnen boord is trekt John de kanten van de gulp naar elkaar toe en probeert de knoopjes dicht te krijgen. Dat valt niet mee. Hij had het handiger gevonden als zijn moeder een wijdere broek met een rits had ingepakt. Maar in ieder geval gaan deze knoopjes door en door. Dat is nog wat. Als het een verdekte gulp was geweest zou het nog veel lastiger gaan; dat is bij jezelf al lastig, laat staan bij een ander. Het eerste knoopje lukt nog tamelijk makkelijk, een hand in de broek en een hand erbuiten. De volgende gaan steeds een beetje moeilijker.
"Het is wel een lekker gevoel maar ik denk niet dat er vandaag nog iets gebeurt", zegt Peter.
John krijgt het er warm van. Dan is eindelijk ook de laatste knoop dicht. Ze kunnen op stap. Hij wenkt zijn vader, dat ze klaar zijn.
"Je moeder heeft net gebeld, die natte kleren moeten in de bagageruimte uitgespreid worden, dan kunnen ze drogen. Hij haalt het plastic van de stoel en stopt het ook in de bagageruimte. Peters stoel klapt hij weer terug, zodat de ruimte achter de klep weer groter wordt. Zo is er minder kans dat het gaat stinken. Dan kijkt hij nog even afkeurend naar de bijna volle glazen pot.
John pakt hem op, giet hem leeg in een put, draait het deksel er weer op en legt hem ook in de bagageruimte.
John twijfelt even wat hij moet doen met het T-shirt dat moeder voor Peter had ingepakt. Hij wilde het niet aan. Hij stopt het in zijn eigen rugzakje.
Vader sluit de auto af en dan gaan ze op weg naar de vertrekhal. Eerst gaat het nog niet zo hard en steunt Peter een beetje op John maar na en paar minuten gaat het alweer een beetje beter. Als ze, na een minuut of twintig de vertrekhal bereiken ziet Peter er, van de frisse lucht, niet meer zo ellendig uit als eerst.
Ze maken zich niet meer zoveel zorgen of Peter wel het vliegtuig in mag.
vochtignat@gmail.com